Ontwikkelingshulp maakt Mali kapot

Mali is een van de armste landen ter wereld. Buitenlandse hulporganisaties financierden de afgelopen jaren ongeveer driekwart van het overheidsbudget. Libië betaalde nieuwe regeringsgebouwen, Nederland stortte begrotingssteun in de staatskas, de Verenigde Staten trainden het Malinese leger. Maar lang niet alle hulp arriveerde op de plaats van bestemming. Door gebrekkige controle verdween veel geld in de zakken van corrupte Malinezen.

Het Bureau du Vérificateur General (BVG), een Malinese overheidsinstantie die corruptie bestrijdt, concludeerde dat in de periode 2008-2010 zeker twintig miljoen euro overheidsgeld werd verduisterd. Volgens de organisatie, die steekproeven uitvoert, was dit nog maar het topje van de ijsberg. In plaats van een onderzoek naar de misstanden, gaf Justitie in Mali opdracht om de directeur van de anti-corruptieorganisatie te arresteren.

Donoren waren op de hoogte van de groeiende corrupte, zoals onder meer te lezen is in een evaluatie uit 2012 van het IOB (Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie), een afdeling van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken. De IOB schrijft in het rapport uitdrukkelijk dat de controle op de besteding van hulpgeld in Mali onvoldoende was. Maar vrijwel geen enkele donor verbond consequenties aan de groeiende corruptie. Ze gingen gewoon door met het storten van geld. Daardoor stimuleerde ontwikkelingshulp corruptie en wanbeleid. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.

Interpol en de Verenigde Naties publiceerden alarmerende rapporten over de grootschalige doorvoer van cocaïne op weg naar Europa. Hoge regeringsfunctionarissen in Mali waren daar naar verluidt bij betrokken. De Malinese regering waste zijn handen in onschuld. Op bezoek in Nederland zei president Amadou Touré in 2011 doodleuk dat zijn regering meer ontwikkelingshulp nodig had om de problemen rondom de drugshandel op te lossen.

De Malinese bevolking wist wel beter. Zij zien al jarenlang hoe vertegenwoordigers van de regering en particuliere organisaties vaak meer bezig zijn met het vullen van hun zakken dan met het bestrijden van armoede. Valse facturen en declaraties zijn in Mali heel gewoon. Accountants werken er aan mee. Een politieke functie opent de deur naar rijkdom. Verkiezingen zijn een farce. Gemiddeld gaat in Mali slechts dertig procent van de kiezers stemmen. Op tankstations laten politieke partijen gratis benzine uitdelen. Voor 5000 CFA (acht euro) kopen ze stemkaarten op.

Donoren spelen mooi weer. Ze benadrukken trots dat het aantal kinderen dat in Mali basisonderwijs volgt de afgelopen tien jaar is verviervoudigd. Maar ze zeggen daar niet bij dat de kwaliteit van het onderwijs in diezelfde periode flink is gedaald. Onderwijzers worden slecht betaald. Vaak nemen ze onaangekondigd verlof, zonder dat strafmaatregelen volgen. Een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag bevestigt dat veel Malinese kinderen na de basisschool niet goed kunnen lezen en schrijven. Twintig jaar geleden was de kwaliteit van het basisonderwijs aanzienlijk beter.

De woede over corruptie en wanbeleid was een van de belangrijkste oorzaken van de militaire staatsgreep van 2012. Maar de nieuwe machthebbers presteerden niet veel beter. Toeareg-rebellen riepen in het noorden een onafhankelijke staat uit. Extremisten gelieerd aan al-Qaida gebruikten de chaos om grote delen van Mali te bezetten. Alleen Frans militair ingrijpen kon erger voorkomen. Een missie van de Verenigde Naties, onder leiding van Bert Koenders, helpt sinds begin deze maand om de vrede te handhaven.

Afgelopen juli waren er presidentsverkiezingen in Mali. Internationale donoren hopen dat het land nu een nieuwe start kan maken. Ze hebben meer dan drie miljard euro beschikbaar gesteld voor wederopbouw en verzoening. De Nederlandse regering geeft de komende twee jaar bijna honderd miljoen euro. Maar het middel zou wel eens erger kunnen zijn dan de kwaal. Zowel binnen als buiten Mali bestaat grote zorg dat het hulpgeld een nieuwe golf van corruptie veroorzaakt.

Ook ontwikkelingsorganisaties vinden dat het anders moet. Het Nederlandse Oxfam-Novib wil meer aandacht voor de rol van donoren bij het instandhouden van corruptie en slecht bestuur. In het rapport ‘Mali: a new development contract’ bracht de hulporganisatie in mei een aantal recente fraudegevallen met ontwikkelingshulp onder de aandacht. Global Fund, dat in Mali onder meer aids en malaria bestrijdt, kon bijna drie miljoen euro niet terug vinden in de boeken. Een anonieme Malinese functionaris beweert in het rapport dat gemeentes structureel geld voor de bouw van scholen verduisteren.

Donoren spelen mooi weer. Net zoals andere organisaties hangen ze niet graag de vuile was buiten. Uit angst voor negatieve publiciteit stoppen ze misstanden in de doofpot. Bureaus die worden ingehuurd om projecten te evalueren, klagen dat ze onder druk worden gezet om positief te rapporteren. Als ze zich kritisch uiten dreigen ontwikkelingsorganisaties niet zelden om wegens wanprestatie te korten op het honorarium.

Hulporganisaties doen er goed aan te erkennen dat hulp soms meer kapot maakt dan ze lief is. Tijdens inzamelingsacties wekken ze de indruk dat het heel eenvoudig is: we sturen geld naar Afrika, en vervolgens komt alles goed. De werkelijkheid is gecompliceerder. Betere controle op hulpgeld is noodzakelijk om corruptie tegen te gaan. Zolang dat niet gebeurt, doet ontwikkelingshulp meer kwaad dan goed. Mali laat zien wat dan het gevolg kan zijn.

Uit: NRC Handelsblad, 25 juli 2013

Plaats een reactie

Nog geen reacties.

Comments RSS

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s