Egypte: dictatuur via de stembus

De Egyptische bevolking ging eind december in een referendum akkoord met de nieuwe grondwet. De uitslag is een overwinning voor de Moslimbroederschap van president Mohamed Morsi. Volgens de oppositie was er grootschalige fraude, maar Morsi liet de beschuldigingen niet serieus onderzoeken. De democratie, waarvoor Egyptenaren al twee jaar de straat op gaan, dreigt te veranderen in een dictatuur.
Voornaamste doel van de nieuwe grondwet is islamisering. De al-Azhar universiteit, de hoogste religieuze autoriteit binnen de soennitische islam, krijgt een adviserende rol bij het ontwerp van nieuwe wetten. Godsdienstvrijheid bestaat niet meer. In Egypte is alleen plaats voor moslims, christenen en joden. Dat is goed nieuws voor de kopten, die tien procent van de bevolking vormen. Maar andere religies, zoals het hindoeïsme, zijn nu officieel verboden.
‘De overheid helpt vrouwen bij het vinden van de juiste balans tussen gezin en maatschappelijke carrière’, aldus artikel tien van de grondwet. Over de rol van mannen binnen het gezin staat niks. Wel is in artikel twee te lezen dat de sharia de belangrijkste bron vormt van wetten. Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch maakt zich zorgen. Door de vage bewoordingen kunnen rechters artikel tien gebruiken om vrouwen uit publieke functies te weren.
De vrijheid van meningsuiting wordt beperkt. Tijdens het bewind van Hosni Mubarak veroordeelden rechters regelmatig Egyptenaren die de spot dreven met religie, maar in hoger beroep werden de vonnissen bijna altijd vernietigd omdat ze ongrondwettelijk waren. Nu de constitutie het beledigen van profeten specifiek verbiedt, is de kans op vrijspraak nihiel. De grote invloed van de president bij de benoeming van rechters en de officier van justitie versterkt zijn mogelijkheden om critici aan te pakken.
Met een opkomst van 33 procent was het enthousiasme voor het referendum klein. Bij de parlementsverkiezingen ruim een jaar geleden was dat percentage nog 54 procent. Buiten de achterban van de Moslimbroederschap namen maar weinig Egyptenaren de moeite naar het stemlokaal te gaan. Seculiere politieke partijen riepen op om tegen te stemmen, maar hebben geen achterban die het verschil kan maken. 64 procent van de kiezers steunde de nieuwe grondwet.
De lage opkomst laat zien dat de gemiddelde Egyptenaar genoeg heeft van de voortdurende demonstraties en politieke ruzies. De bevolking wil rust, zodat de regering de economische malaise en werkloosheid aan kan pakken. Buitenlandse investeerders blijven weg, corruptie is wijd verbreid. De Moslimbroederschap speelt in op de zucht naar de stabiliteit. Nu de grondwet is goedgekeurd zullen binnen twee maanden parlementsverkiezingen plaatsvinden, waarmee officieel een einde komt aan het transitieproces.
De belangrijkste bondgenoot van de Moslimbroederschap zijn de salafisten, radicale fundamentalisten die bij de vorige parlementsverkiezingen ongeveer een kwart van de stemmen kregen. De Moslimbroeders haalden iets minder dan de helft van de zetels. Mede onder invloed van de salafisten, die zich laten inspireren door Saudi-Arabië, bewegen de broeders steeds verder weg van het politieke midden. De salafisten doen in Egypte mee aan verkiezingen, maar maken er geen geheim van dat ze tegen democratie zijn. De regels uit de Koran en de hadith (de verhalen over het leven van de profeet Mohamed) zijn volgens hen belangrijker dan de wil van de bevolking.
De Moslimbroeders beweren dat ze democratisch zijn, maar gebruiken in de praktijk steeds vaker dwang om hun normen en waarden aan nadere op te leggen. Een goed voorbeeld was de manier waarop ze de nieuwe grondwet invoerden. Omdat de grondwetgevende vergadering geen overeenstemming wist te bereiken, besloot president Morsi zelf het initiatief te nemen. Seculiere leden werden vervangen door fundamentalisten. Een decreet van Morsi zette de rechterlijke macht tijdelijk buitenspel, zodat tegenstanders geen beroep konden aantekenen.
‘Democratisering is veel ingewikkelder en chaotischer dan we dachten’ , schrijft het Egyptische weekblad al-Ahram in zijn laatste hoofdredactioneel commentaar. Aanvankelijk geloofden veel seculiere Egyptenaren in het democratische karakter van de Moslimbroederschap, maar inmiddels hebben de meesten geen vertrouwen meer in de fundamentalisten. De oppositie heeft laten weten op volle kracht door te gaan met de strijd tegen islamisering. De rust in Egypte is nog lang niet teruggekeerd.
Het leger, het enige instituut dat op dit moment de macht van de Moslimbroederschap kan breken, houdt zich afzijdig. President Morsi benoemde de afgelopen maanden vertrouwelingen op strategische posities binnen de strijdkrachten. Legerleider Mohamed Tantawi, voorstander van een seculiere staat, is aan de kant geschoven. De nieuwe militaire leider, Abdul Fattah al-Sisi, is veel religieuzer. De kans is daarom klein dat het leger in actie komt om secularisme te verdedigen.
De grote vraag is hoe ver de Moslimbroederschap wil gaan met de islamisering van Egypte. Hoe strikt passen ze de sharia toe? Krijgen islamitische geestelijken een leidende wetgevende functie, of gaan ze alleen een rol spelen op de achtergrond? De voortekenen zijn niet gunstig. Een goede moslim heeft de religieuze plicht om de islamitische wet te volgen. Het is moeilijk voorstelbaar dat de Moslimbroederschap democratische principes laat prevaleren boven het woord van Allah.

Uit: Elsevier, 5 januari 2013

Plaats een reactie

Nog geen reacties.

Comments RSS

Plaats een reactie